De groene kraanpoer: een duurzame primeur
J.P. van Eesteren en MDB hebben een primeur: de groene kraanpoer. Deze duurzame torenkraanfundatie van geopolymeerbeton combineert de stevigheid van ‘gewoon’ beton met een lagere CO2-uitstoot. Onlangs vond de eerste stort plaats, voor de nieuwe werfkraan van MDB. Hoe kwam deze unieke pilot tot stand?

Thomas Homan
De pioniersrol
Op vrijwel iedere bouwlocatie is een torenkraan te vinden. Om de stevige fundatie te creëren die nodig voor de stabiliteit en veiligheid, wordt gebruik gemaakt van beton. Vanuit oogpunt van duurzaamheid is dat een minder gelukkige keuze. Thomas Homan, constructeur bij J.P. van Eesteren, legt uit: “Een torenkraanfundatie heeft een tijdelijke functie – als de kraan niet meer nodig is, kan het beton weer gesloopt worden. Dat is zonde, vooral vanwege de hoge CO2-uitstoot van beton. Het zou goed zijn om een meer duurzaam alternatief te hebben. Binnen ons bedrijf hebben we vaker bij wijze van proef geopolymeerbeton toegepast. Dat is een betonsoort zonder portlandcement en daardoor een lagere CO2-uitstoot. Zo ontstond het idee: kunnen we niet geopolymeerbeton toepassen voor torenkraanfundaties? Dan zouden we ieder bouwproject duurzaam kunnen beginnen, iets dat prima past bij de pioniersrol die we als J.P. van Eesteren op dat gebied willen spelen.”

Annemarie Steutel
Op zoek naar een mede-pionier
Het idee werd enthousiast ontvangen door zijn collega’s. In overleg met Annemarie Steutel, programmacoördinator duurzaamheid, werd bekeken wat er nodig zou zijn om een pilot op te zetten. Annemarie: “Allereerst moest een onderzoek worden gedaan naar de gebruiksmogelijkheden van geopolymeerbeton op dit gebied. Daarnaast hadden we financiële middelen nodig om dat onderzoek, de meerkosten van het toepassen van geopolymeerbeton en het monitoren van de fundatie te bekostigen. Maar bovendien hadden we een opdrachtgever nodig die bereid zou zijn om mee te pionieren. Ik wist dat MDB bezig was om de torenkraan op hun werf te vervangen en daarvoor een nieuwe fundatie nodig had. Dat zou een ideale testcase zijn. Ik belde de directeur van MDB en legde het aan hem voor.” De vraag van J.P. van Eesteren kwam precies op het juiste moment, vertelt MDB-directeur Jos Huijzer. “We hadden al eerder de beslissing genomen om de huidige werfkraan, die een respectabele leeftijd heeft van 35 jaar, te vervangen. Maar dat bleek meer voeten in aarde te hebben dan gedacht: we hadden niet alleen een nieuwe kraan nodig maar ook een nieuwe fundatie, vanwege veranderde regelgeving. Natuurlijk stonden we open om met zusterbedrijf J.P. van Eesteren samen te werken en innoveren. Zo komen we allebei verder.”



Inspiratie en kruisbestuiving
Hbo-student bouwkunde Tom Ammerlaan, die op dat moment stageliep bij J.P. van Eesteren, mocht zich als afstudeeronderzoek verdiepen in de vraag of het mogelijk zou zijn om een tijdelijke torenkraanfundatie te construeren uit geopolymeerbeton. Met behulp van bureaustudies, kwalitatief en kwantitatief onderzoeken en gesprekken met ervaringsdeskundigen onderzocht hij de verschillen tussen geopolymeerbeton en de erkende traditionele betonsoorten én de mogelijkheden voor concrete toepassing bij MDB. Zijn conclusie: het is mogelijk om een torenkraanfundatie met een levensduur van 10 jaar te bouwen met geopolymeerbeton.
Ondertussen hadden Annemarie en Thomas een aanvraag gedaan voor een bijdrage vanuit de TBI Klimaattrein. Ook die werd met enthousiasme ontvangen, vanwege de 50-70% reductie in CO2-uitstoot in vergelijking met traditioneel beton, de concreetheid van het project én de mogelijkheden voor kruisbestuiving. “Iedere torenkraanfundatie is min of meer gelijk. Als er eenmaal een standaard is ontwikkeld voor een duurzame kraanpoer, kan die gemakkelijk worden gebruikt door andere bouwbedrijven binnen TBI en daarbuiten”, licht Annemarie toe.
Net zo sterk
De volgende stap was het verkrijgen van de omgevingsvergunning voor de nieuwe fundering. Ook werden er proeven gedaan met het beton. Dat was afkomstig van een betoncentrale in de buurt, Lek Beton, die dankzij een samenwerking met TU Delft al eerder ervaring met geopolymeerbeton had opgedaan Thomas: “We hebben een paar proefbalken gestort en een paar kubussen. Die hebben we onder andere getest op sterkte en op chloridemigratie. Dat is belangrijk in verband met mogelijke bodemvervuiling. Uit alles bleek dat geopolymeerbeton hetzelfde reageert als regulier beton. Omdat we wisten dat het natte betonmengsel zou reageren met de zinklaag op de standaard toegepaste thermisch verzinkte ankers, hebben we ook testen gedaan met verzinkte ankers, verzinkte ankers met coating en rvs-ankers. Uit deze test bleek dat een eenvoudige coating de reactie en daarmee de aantasting van de zinklaag voorkomt. Er zijn dus geen dure rvs-ankers nodig.” Op 3 juni kon de stort van de nieuwe torenkraanfundatie plaatsvinden. Dit deden we in samenwerking met Mels Renes vloeren en Lek Beton.

Testen met drie soorten ankers.

Stap voorwaarts
De groene kraanpoer is een mooie stap richting verdere verduurzaming. “De pilot is de opmaat naar toepassing van duurzamer beton in zwaar belaste, constructief meer kritische constructies met een langere levensduur”, zegt Annemarie. “Geopolymeerbeton raakt zo ook beter bekend. Onbekend maakt immers onbemind.” Dat laatste lukt al aardig. Zo is Thomas vanwege de aanvraag en communicatie vanuit de Klimaattrein al door een aantal collega’s benaderd die meer willen weten over de pilot. Thomas: “Het is mooi dat we zo kennis kunnen delen en elkaar kunnen inspireren om vooruitgang te boeken op het gebied van torenkraanfundaties en duurzame beton.”
Impressie van de stort

Duurzaam betonadviseur Niki Loonen, programmacoördinator Duurzaamheid Annemarie Steutel, uitvoerder Rob Konings en constructeur Thomas Homan.