J.P. van Eesteren: katalysator willen zijn in circulaire bouweconomie

Geschreven door Door BouwTotaal

Neusje van de zalm op gebied van circulair bouwen: Triodos Bank in Zeist. Foto: Bert Rietberg.

Als er één sector in Nederland is waar duurzaamheid op de agenda moet staan, is het wel de bouwsector. Zo wordt 40% van alle wereldwijde grondstoffen gebruikt in de bouwsector en is deze sector verantwoordelijk voor 40% van het ontstane afval. Dit moet anders en J.P. van Eesteren gaat die verantwoordelijkheid niet uit de weg. Directievoorzitter J.P van Eesteren Marco Peppel: "Als aannemer heb je een coördinerende rol en invloed in hóe iets gebouwd gaat worden. In die context hebben we onszelf dan ook als doel gesteld om een katalysator te willen zijn in de circulaire bouweconomie. Daarmee willen we de negatieve impact van de bouwsector op het milieu verlagen. Daarnaast willen we onze marktpositie en onderscheidend vermogen hiermee vergroten."

Peppel geeft antwoord op een aantal belangrijke vragen.

Wat verstaan jullie onder circulair bouwen?

Peppel: "Circulariteit is een breed begrip waar tal van definities voor zijn geformuleerd. Voor J.P. van Eesteren betekent circulariteit; het voorkomen van verspilling en het actief sturen op het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en hergebruik van materialen. Dit doen we bij onze bouwprojecten, maar ook op onze kantoorlocaties. Zo hebben we bijvoorbeeld op ons hoofdkantoor in Gouda meubels die zijn gemaakt van ‘rest’ materialen uit onze (sloop) projecten.

Hoe brengen jullie dat in praktijk?

Om concreet invulling te geven aan onze circulariteitsdoelstelling en de gestelde definitie hebben we binnen J.P. van Eesteren de ‘Roadmap Circulariteit’ in het leven geroepen. Hierbij focussen we ons de komende twee jaar op de volgende drie hoofdthema’s:

  • Circulair ontwerp en duurzaam materiaalgebruik.
  • Modulair bouwen en logistiek.
  • Duurzame bouwplaats en hergebruik.

Voor elk thema wordt een team samengesteld van gemotiveerde collega’s. Onder deze thema’s ligt een aantal praktische verbetervoorstellen die we op de projecten in de praktijk gaan brengen en is er ruimte voor nieuwe initiatieven. Een overkoepelend kernteam zorgt voor een goede aansturing en het borgen of uitwisselen van kennis. Zo krijgt circulariteit een duidelijke plek binnen onze organisatie.

Foto: Bert Rietberg.

Hoe meten jullie circulariteit?

Hiervoor doen we doorgaans een LCA (Life Cycle Analysis). Het begint met nagaan wat de herkomst is van het product en daarnaast wat het mogelijke afvalscenario is. Verder focussen we ons ook op alternatieven voor toxische bouw- en afwerkingsmaterialen. We hebben een tool ontwikkeld waarin we producten beoordelen, om zo alleen de gezonde alternatieven voor te schrijven. Deze gezonde alternatieven hebben ook een positief effect op de herbruikbaarheid van de producten.

Verder bestaan er verschillende labels zoals Cradle2Cradle en DUBO keur om een product te toetsen op circulaire prestaties. Uiteraard maken we op de projecten ook gebruik van de MPG en EPG methode. Zo hebben we recentelijk gebruik gemaakt van de CPG (CirculariteitsPrestatie Gebouw) methodiek om de mate van circulariteit aan te tonen voor een tender en voor een eigen ontwikkeling (MARK, Utrecht). Deze beoordelingsmethodiek is eveneens ontwikkeld door W/E adviseurs, waarin de resultaten van de GPR Gebouw softwareapplicatie worden gebruikt.

J.P. van Eesteren was één van de eerste partners van Madaster. We hebben inmiddels al ruime ervaring opgedaan met het maken van materialenpaspoorten. Zo hebben we een paspoort gemaakt voor de passagiersterminal van Lelystad Airport en het nieuwe kantoor voor Triodos Bank.

Welke milieuprestatie halen jullie in projecten?

De beste voorbeelden van projecten waar een lage MPG behaald is, zijn onze projecten die voor een groot deel in hout zijn uitgevoerd:.

  • HAUT: 0,39.
  • Triodos: 0,67.

Hoe kun je circulariteit inbouwen bij aanpak bestaande bouw?

Benut het beschikbare en zorg dat de materialen en producten die je introduceert hernieuwbaar zijn. Daarnaast is het belangrijk om ervoor te zorgen dat onderdelen die gesloopt moeten worden, zo hoogwaardig mogelijk kunnen worden hergebruikt. Dit betekent voor J.P. van Eesteren dat we gebouwen niet slopen, maar demonteren. We doen dit nu al door samen te werken met partijen als New Horizon en Beelen NEXT, waardoor geoogste materialen kunnen worden afgezet in de markt.

Foto: Bert Rietberg

Wat zijn jullie doelen tot 2030?

Ver vooruit kijkend zou het mooi zijn om over een aantal jaar geen vastgoed maar ‘losgoed’ te bouwen. Waarbij gebouwen haalbaar kunnen fungeren als een materialenbank. Hiervoor is het nodig om het materialenpaspoort verder te ontwikkelen en dit te combineren met bouwproducten die zijn ontworpen voor demontage. Daarnaast is het belangrijk om in de engineering rekening te houden met de verschillende ‘lagen’ van een gebouw. De hoofddraagconstructie heeft een andere levensduur dan bijvoorbeeld de gevel of gebouwinstallatie. De 6-S methode van Stewart Brand vat dit mooi samen.

Concreet betekent dit voor J.P. van Eesteren dat we sturend moeten worden in de (circulaire) ontwerpkeuzen die leiden tot (los)maakbaarheid. ‘Engineering’ wordt dan ook de belangrijkste schakel tussen ontwerp en realisatie om de ambitieuze doelen ook echt te kunnen realiseren. Verder wordt de bouwplaats steeds meer een montageplaats en richten we ons op het realiseren van een emissieloze bouwplaats.

Lees het originele artikel via BouwTotaal.

Stuur artikel door