J.P. van Eesteren ontmantelt oude EOB-gebouw op steenworp afstand van het gloednieuwe

Foto: Bert Rietberg

“Gebouwen opblazen, dat gebeurt eigenlijk niet meer. Het spannende aan slopen, zit tegenwoordig veel meer in het proberen maximale waarde te halen uit datgene wat er gesloopt wordt: circulair slopen. En dus gebeurt slopen tegenwoordig zeer gecontroleerd. En op dit project zeker.” Aan het woord is Henk Vink, CEO van Vink. Dit multidisciplinaire bedrijf uit Barneveld sloopt in opdracht van aannemer J.P. van Eesteren het voormalige kantoor van de Europese Octrooibureau (EOB) in Rijswijk, pal naast het gloednieuwe gebouw aan de A4.

100.000 m² glas

Als een van de laatste onderdelen van de opdracht voor de realisatie van het nieuwe EOB-gebouw, wordt het oude neergehaald. Daarbij ontstaat onder andere plek voor de grote waterpartij die straks het nieuwe gebouw  zal omringen. Controle is het centrale thema bij het afbreken van het oude kantoor. De afstand tussen de 87 meter tellende kolos en het nieuwe, uit glas en staal opgetrokken, ranke kantoor is slechts 11 meter. “Er is hier dus letterlijk geen ruimte voor fouten of zelfs maar voor overlast”, aldus Patrick Gijzen, projectmanager van J.P. van Eesteren. Het nieuwe 107 meter hoge EOB-kantoor, een ontwerp van Ateliers Jean Nouvel en Dam & Partners Architecten, kenmerkt zich door dubbele gevels met in totaal een oppervlak van 100.000 m² glas. Daarnaast zijn de medewerkers van EOB op 11 meter afstand van de sloop bezig met zeer geconcentreerd werk waarbij ze niet gestoord mogen worden. “We hebben daarom samen met Vink een uitgebreid en zeer gedetailleerd plan-van-aanpak gemaakt om deze sloop voor alle partijen tot een succes te maken.”

Foto: Bert Rietberg

Geen verrassingen

Op het moment van schrijven is het gebouw al volledig gestript, zodat enkel de betonnen ruwbouw nog overeind staat. “Het hele slooptraject is feitelijk begonnen bij de tender voor het nieuwe gebouw in 2012. Want de sloop van het – toen nog – bestaande gebouw maakte deel uit van de opdracht”, vertelt Martijn de Vries, namens Vink projectleider op het sloopproject. “Nadat de laatste EOB-medewerker was verhuisd, zijn we gestart met een aanvullende asbestinventarisatie. Op basis van de tekeningen uit de jaren ’60 hadden we natuurlijk al een vrij accuraat beeld van alles wat er in het gebouw zit aan materialen, maar er kunnen altijd verrassingen in zitten. En die wil je in het geval van asbest te allen tijde voorkomen.”

De Vries vervolgt: “In de sloopwereld staat, net als in de bouw, duurzaamheid tegenwoordig hoog op de verlanglijst. We hebben dus een zeer grondige inventarisatie van materialen gemaakt die in dezelfde of andere vorm hergebruikt kunnen worden. Het streven is zo circulair mogelijk te slopen. De conclusie: 99% van dit gebouw gaat in een of andere vorm weer hergebruikt worden. Het asbest is uiteraard een uitzondering: dat is veilig afgevoerd en opgeslagen. Maar van de circa 53 miljoen kilo aan materialen wordt 52,9 miljoen kilo hergebruikt. Een resultaat dat nog eens 4 procentpunt hoger ligt dan het marktgemiddelde.” Na het verwijderen van het volledige interieur met plafonds, vloerbedekking en binnenwanden zijn de water- en elektrische installaties ontmanteld. Gevolgd door de raamkozijnen en geveldelen. Lichtarmaturen zijn op andere projecten opnieuw ingezet, een deel van het sloophout is verwerkt tot meubels, het constructiestaal wordt weer ingezet in de bouw. Wat overblijft zijn de vloeren, trappenhuis, liftschachten, stabiliteitswanden en kolommen. Alles van gewapend beton.

Foto: Bert Rietberg

Granulaat

Het betonnen geraamte zal straks weer in vermalen vorm als granulaat dienen in nieuw beton, deels ook voor het bassin van de waterpartij rondom het nieuwe EOB-gebouw. Voor het zover is wordt het beton van bovenaf stukje bij beetje verwijderd door twee 30-tons sloopmachines die zichzelf naar beneden werken. Daarbij worden ze bijgestaan door een 600 tons Terex-Demag kraan met een mastlengte van 123 meter. Deze rupskraan – aangevoerd op 32 diepladers – is speciaal voor deze klus overgenomen van hijsspecialist Mammoet en opgebouwd op de plek waar eerst de archiefruimte van EOB stond. Nu ligt daar een werkvlak waarop de kraan is opgesteld. De sloopmachines knippen het beton met een afkoppelbare betonscharen en leggen de restanten in speciaal gebouwde containers die naar beneden worden gehesen. Daar aangekomen gaat de lading op transport naar de locatie van Vink om het betonijzer te verwijderen en verder vermalen te worden.

Verdieping per week

“Bij dit werk is het vermijden van overlast cruciaal”, zegt de Vries. “We zitten niet alleen dicht op het EOB-gebouw, maar ook dicht op andere buren en op de snelweg. Daarom hebben we duizenden vierkante meters stofdoek opgehangen en sproeien we volcontinu om stofverspreiding te voorkomen. En in de planning houden we rekening met het geluid; van het hakken van beton bijvoorbeeld. Dat doen we zoveel mogelijk buiten werktijden van EOB. We hijsen zo groot mogelijke stukken naar beneden. Dat scheelt  geluidsoverlast en hijsbewegingen.”

Gijzen: “Alles gaat gewoon heel beheerst. Maar ondanks de doordachte manier van werken, houden we de snelheid erin. Het gebouw zal per week gemiddeld een verdieping slinken. Zodat het geheel rond juni 2020 zal zijn verdwenen. Om stukje bij beetje weer elders op te duiken als grondstof voor nieuwe projecten. Een mooie gedachte.”

Foto: Bert Rietberg

Foto: Bert Rietberg

Foto: Bert Rietberg

Stuur artikel door