Nieuw kantoor Triodos laat je anders naar de wereld kijken

Geschreven door Yvonne Ton op Cobouw.nl

Foto door Christiaan Krouwels

Het nieuwe kantoor van Triodos Bank onderscheidt zich in vele opzichten. Het gebouw met zijn drie ronde torens is maximaal remontabel, gaat naadloos op in zijn omgeving en blinkt uit in duurzaamheid en circulariteit. Dankzij onder andere zonnepanelen en een bi-directioneel laadplein is het gebouw energieneutraal én kan het zelfs energie opwekken.

Nu het kantoor begin september bouwkundig is opgeleverd, voert projectleider Sander Kok van bouw­bedrijf J.P. van Eesteren met zijn team nog de laatste afwerk­punten uit en wordt het terrein landschappelijk aangelegd. Eind november neemt Triodos er zijn intrek.

Had u tijdens de bouw in de gaten dat dit gebouw veel aandacht zou trekken?

“Jawel, maar het is een voorzichtig jawel. Want of iets bijzonder is, wordt ook wel een beetje gemaakt door de media-aandacht die eraan geschonken is. Als ik nu achteraf kijk hoeveel interviews en rondleidingen ik heb gegeven, denk je: misschien is dit gebouw veel bijzonderder dan ik me aanvankelijk had gerealiseerd. Als je ermee bezig bent, ben je gewoon aan het bouwen. Als je klaar bent, denk je: ik ben echt wel bezig geweest met een icoon.”

Het gebouw valt onder meer op door vormgeving en duurzaamheid. Maakte dat de bouw ingewikkelder?

“Zeker, door de combinatie van vorm – rond bouwen is lastig – en bouwen in hout. De constructieberekeningen om het gebouw helemaal in hout te bouwen gaven wel wat hoofdbrekens omdat de totale stabiliteitskern ook van hout is. Meestal gaat het om hybride constructies, waarbij hout invulling geeft aan het gebouw. Hier is het hele gebouw van hout. Omdat het hele casco van hout is, moesten we ook goed nadenken over hoe je omgaat met luchtvochtigheid, kou en regen. En we waren voortdurend bezig met hoe we het gebouw zo duurzaam mogelijk konden neerzetten. Dat betekent dat je goed moet nadenken over welke materialen je toepast. Vanuit een levenscyclus kijk je of een product wel te verantwoorden is in het gebouw. Een mooi voorbeeld is de vloerlijm die we hadden geselecteerd. Op de verpakking stond een doodskop en de vermelding dat het kankerverwekkend en levensgevaarlijk was. Toen zijn we gaan zoeken naar een lijm met een groen label. Dat is gelukt, maar die lijmen zijn wel duurder. Je hoopt eigenlijk – en dat is wat je met dit project wil – dat groene lijmen een grote afzetmarkt krijgen en dat die andere verdwijnen.”

Waren dat soort zaken precies voo­r­geschreven?

“Nee, maar op een gegeven moment ga je een beetje duurzaam ademen en kun je het voor jezelf niet meer verantwoorden dat je bijvoorbeeld veel vluchtige stoffen gaat gebruiken. Dat klopt natuurlijk helemaal niet in de context.”

Gaat u bij een volgend project diezelfde groene keuzes maken?

“Dat is moeilijk te zeggen. Helaas of gelukkig worden dit soort zaken ook gedragen door economische systemen. Om daar te innoveren, is heel lastig. Het is een zoektocht naar betaalbare duurzaamheid. Je moet de creativiteit vinden om ervoor te zorgen dat duurzaam bouwen geld oplevert. Dat vraagt om cultuurverandering. Verantwoord naar de wereld kijken, moet in je DNA komen te zitten.”

Is dat al gebeurd en heeft dit project u beïnvloed om duurzamer te worden?

“Heel erg. Persoonlijk vind ik onderwerpen als gedrag en gedragsverandering interessant. Maar er wordt erg veel aan ‘greenwashing’ gedaan. Tegenwoordig is iedereen groen. Volgens mij moet je ook in je privéleven keuzes maken die ertoe leiden dat je anders naar de wereld gaat kijken. Niemand kan in zijn eentje morgen de wereld veranderen, maar we kunnen wel bijdragen aan de gedragsverandering die nodig is om over jaren een andere cultuur te creëren.”

Verpakkingen moesten zo mogelijk geweerd worden. Hoe ging dat op de bouwplaats?

“We hanteerden de definitie: geen afval aanvoeren. Als je kijkt hoeveel verpakkingen er om producten zitten, breng je veel materiaal binnen dat je ook moet afvoeren. Op een aantal fronten is het gelukt, maar op veel andere niet. Door geautomatiseerde processen worden producten als plafondplaten en profielen automatisch verpakt. Een goed voorbeeld is de tapijttegels die per acht verpakt waren in een kartonnen doosje. Schandalig. Dus wij hebben afgesproken dat die dozen teruggaan naar de fabrikant, zodat het afvalprobleem daar komt te liggen. Zo probeer je de markt te beïnvloeden.”

Stuur artikel door