Werken aan een metrostation, onder het raam van de burgemeester

Paul Tempels, bouwmanager RET, en John Verheul, projectorganisator J.P. van Eesteren

Het metrostation pal voor het monumentale Stadhuis van Rotterdam, krijgt vier extra nooduitgangen. Dit is nodig om aan de veranderde regelgeving te kunnen blijven voldoen en om een groeiend aantal reizigers veilig te kunnen blijven vervoeren. Voor deze complexe opdracht, te midden van drukke verkeersstromen, werd bouwbedrijf J.P. van Eesteren geselecteerd. Eerder realiseerde dit bedrijf extra uitgangen voor metrostation Dijkzigt en op dit moment werken zij ook aan metrostation Coolhaven. Wat komt er allemaal kijken bij het bouwen onder een drukke binnenstedelijke verkeersknoop? Daarover praten we met projectorganisator John Verheul van J.P. van Eesteren en bouwmanager Paul Tempels van de RET.

Alle bouwhekken zijn voorzien van akoestische matten

Bouwen zonder storen. Is dat de grootste uitdaging van dit project?

Tempels: “Ja, dat kun je inderdaad zo stellen. De reizigers moeten het station elke dag kunnen gebruiken, dat is een eis die de RET stelt. Zelfs op de dagen dat de aansluitingen met de perrons worden gemaakt. Maar ook het Stadhuis - een rijksmonument! - en de mensen die er werken, moeten worden ontzien. Vooraf is dan ook grondig onderzoek gedaan naar de minst storende bouwmethoden. Dat verklaart ook de keuze voor de groutpalen, die kun je namelijk trillingvrij boren. Aanvullend hebben we geluidsonderzoeken laten uitvoeren inclusief simulaties van de te verwachten bouwgeluiden. Alle bouwhekken zijn voorzien van akoestische matten. Zo zijn er heel veel maatregelen genomen, ook in de bouwtijden, waarmee we uiteindelijk hebben bereikt dat men binnen vrijwel geen overlast ervaart.”

Groutpalen? Trillingvrij boren? Kun je uitleggen waarmee jullie onder de grond bezig zijn?

Verheul: “Wij zijn nu al een half jaar bezig met de vele tijdelijke voorzieningen die je moet nemen voordat we aan de eigenlijke nooduitgangen kunnen beginnen. Zo moeten we eerst een grote bouwkuip maken die ons in staat stelt de bestaande tunnel gedeeltelijk vrij te graven zodat we daar straks de nieuwe uitgangen aan kunnen bouwen. De kuip is al flink gevorderd maar staat nog vol grondwater, dat begint hier 1.70 meter onder het maaiveld. De kuip maakten we van groutpalen. Dat doe je door 19 meter diepe gaten van een meter doorsnede te boren. De boor heeft een spuit op de kop die, al roterend, met hoge druk het gat vult met cementgrout. In elke tweede kolom wordt een H-balk gestoken in het nog natte cement, dit als bewapening. Tussen de boorgaten slaan we steeds een meter ruimte over. In die tussenruimte boren we binnen drie dagen een tussenliggende paal. Het cementgrout ernaast is dan nog ‘zacht’ zodat de palen zich met elkaar verbinden en één wand vormen .”  

Maar met deze palen ben je er nog niet?

Tempels: “Nee, vervolgens maakten we een groot stalen stempelraam dat de wanden uit elkaar houdt. En nu gaan we op negen meter diepte een waterbetonvloer storten - met onderwaterbeton - die de steunfunctie van het stempelraam straks kan overnemen en ook het grondwater tegenhoudt. Die vloer wordt gestut met trekpalen die voorkomen dat het grondwater de vloer omhoog stuwt. De trekpalen worden door duikers voorzien van stalen schotels die de palen verankeren, zowel in de onderwaterbetonvloer als in de betonnen constructievloer. Als dit klaar is, pompen we het grondwater weg uit de bouwkuip en kunnen we de extra ingangen maken en aansluiten.”

Paul Tempels bij het stempelraam

Behalve extra ingangen bouwen jullie ook een nieuwe ventilatieschacht.

Verheul: “Klopt. De Coolsingel wordt ingrijpend vernieuwd en de bestaande ventilatieschacht van de tunnel ligt in de weg bij de uitvoering van de nieuwe plannen. Dus wij bouwen een nieuwe, maar moeten eerst de bestaande weghalen. Het gaat om een betonnen schacht van 12 x 4 x 4 meter die we in tien stukken hebben gezaagd en afvoeren met vijf vrachtwagens. Dat beton wordt verwerkt tot granulaat en weer aan nieuw beton toegevoegd. Het zagen doen we met een draadzaag om trillingen te voorkomen.”

Voelen jullie de ogen van de burgemeester in je rug?

Verheul: “Nee hoor, er is een fijne samenwerking. Linda Verkaik, projectleider van de RET, heeft intensief contact met de Gemeente en het Stadhuis. Zij laat ons bijvoorbeeld weten wanneer de lintjesregen of een belangrijke toespraak plaatsvindt en wij passen ons werk daar op aan. En als we willen overwerken, dan stemt onze uitvoerder Rob Konings dat via haar af met het Stadhuis. Dat gaat heel soepel. Wel is het zo dat er tijdens de bouw geen trouwpartijen plaatsvinden in het Stadhuis. Verder voorkomen we ook logistieke overlast. Alle aanvoer is vooraf strak gepland, just-in-time, en in overleg met de winkeliers. De medewerkers parkeren buiten de stad en komen per metro.”

Wat kan metrostation Stadhuis einde zomer 2019 wat het nu nog niet kan?

Tempels: “Het station voldoet dan aan de veranderde regelgeving en is voorbereid op het groeiende aantal reizigers. Daarbij kunnen twee van vier extra uitgangen worden opengesteld bij grote drukte, bijvoorbeeld bij een evenement. In het verleden moest het station dan wel eens worden gesloten. En door de verplaatsing van de ventilatieschacht kan het nieuwe wegprofiel van de Coolsingel worden uitgevoerd.”

Metrostation Stadhuis is einde zomer 2019 gereed. Intussen werkt de gemeente hard aan een grootschalige vernieuwing van de Coolsingel. De werkzaamheden vinden op dit moment plaats aan de kant van het Stadhuis. In 2019 is de Lijnbaanzijde aan de beurt. Begin 2021 is de nieuwe Coolsingel klaar.

Stuur artikel door